Verhalen van het Wereldhuis: inloopspreekuur

“Mensen zonder papieren werken in de schoonmaak of passen op kinderen,” legt Johanna uit. “Hun informele werkgevers maakten nu zelf hun huis schoon en werkten thuis met de kinderen. Ook hadden zij een reële angst voor besmetting: onze bezoekers verblijven vaak op verschillende plekken en komen in contact met veel verschillende mensen.” Tegelijk bleek wel hoeveel werk de doelgroep van het Wereldhuis normaalgesproken verzet: “Onze samenleving wordt enorm gedragen door deze mensen zonder documenten. We creëren zelf de vraag naar informele arbeid door mensen zonder contract als schoonmaker voor ons te laten werken.”

Johanna noemt speciaal nog de buitenlandse studenten die tegen de achtergrond van de pandemie in ‘de illegaliteit’ belandden: “Zowel in Rotterdam als in Den Haag zag ik dat hun legale verblijf in Nederland door het afronden of afbreken van hun studie in deze periode stagneerde. Buiten coronatijd was het makkelijker voor hen geweest om hier aansluitend een baan te vinden. Het contact met de universiteit en het kunnen opbouwen van een netwerk ontbrak nu. Juist deze studenten raakten in een isolement, waren angstig of depressief. Uit schaamte wilden ze niet terug naar hun geboorteland en daarbij gingen veel vluchten niet door. Ook gedwongen uitzettingen kwamen ‘on hold’ te staan,” sluit Johanna haar terugblik op deze periode en de betekenis ervan voor bezoekers van het Wereldhuis af.