Verhalen van het Wereldhuis: zorgondersteuning
Mensen die zonder verblijfspapieren in Nederland zijn, hebben wel recht op noodzakelijke medische zorg. Het Wereldhuis helpt hen de weg daarnaartoe te vinden. Toen de spreekuren in 2021 niet live door konden gaan, was het Wereldhuis telefonisch bereikbaar: “Onze telefoon stond niet stil. Mensen waren bang, in paniek soms. Allerlei zorgtrajecten waarin ze zich bevonden, werden onderbroken of uitgesteld,” vertelt Ineke van Beijnum, verpleegkundig vrijwilliger. Zij blikt terug op deze periode, waarin bezoekers ook de persoonlijke ontmoetingen, maaltijden en bijvoorbeeld het toilet van het Wereldhuis moesten missen.
“Mensen zonder papieren hadden gezondheidsklachten, maar konden hun huisarts niet bereiken of bleken nog nergens ingeschreven,” vervolgt Ineke. “De afspraken in de geestelijke gezondheidszorg stopten in eerste instantie en werden daarna digitaal hervat. Dit bleek zeer moeilijk voor mensen met grote trauma’s. Mensen zonder papieren hebben recht op toegang tot medisch noodzakelijke zorg, maar het valt niet mee daar aanspraak op te maken zonder BSN. Voor wat betreft Covid 19 begrepen mensen de informatie niet goed vanwege de taal. Of ze kregen uit hun land van herkomst andere informatie te horen. Er was zeer veel onzekerheid, spanning, verdriet en frustratie. Het was mijn taak om mensen gerust te stellen en goede uitleg te geven.”
Ineke benadrukt ook de veerkracht van de doelgroep én de kracht van het netwerk van het Wereldhuis: “Zonder dit bestaande zorgnetwerk zou het onmogelijk zijn geweest om bezoekers zonder papieren goed te kunnen helpen tijdens de pandemie. De gevolgen die de maatregelen uiteindelijk voor de hele bevolking hadden, raakten ongedocumenteerden extra. Zij verloren als eersten hun inkomsten en konden geen aanspraak maken op officiële voorzieningen. Als je dagelijks onder grote druk leeft, gaat dat direct ten koste van je gezondheid. Ik heb, nog meer dan voorheen, veel slapeloosheid en overbelasting gezien bij onze bezoekers.”
Ineke sluit af met een hartenkreet: “In Den Haag wonen kinderen met hun ouders in één slaapkamer. Tijdens de pandemie bleven zij maanden nagenoeg binnen en deden hun schoolwerk op bed. Een hoogzwangere vrouw verbleef afgelopen zomer in een Haags park. In Den Haag zwerven 70-plussers met een plastic tasje door de stad omdat ze nergens thuis zijn. Mensen brengen er de nacht door in een garagebox, een auto, een bushokje of een openbaar toilet, ook als ze niet verslaafd zijn. In dit welvarende deel van de wereld is het onacceptabel dat mensen geen veilig bed, een douche en gezonde voeding hebben. Dit kost de samenleving uiteindelijk veel meer geld dan als we hierin zouden voorzien. Maar het kost ons vooral onze eigen humaniteit als we dit accepteren.”